Nu wist ik al wel dat er af en toe tijdens zomeravonden een muisje gezellig binnenwandelde wanneer ik de terrasdeuren had openstaan, maar ik had ze in de winterperiode eigenlijk nog nooit gezien. Totdat ik achter mijn laptop in de keuken zat en ik vanuit mijn ooghoek een kleine schaduw zag bewegen. Een muis. Hij keek mij recht aan. Paniek! Afgrijzen! Maar vooral: vastberadenheid. Want één ding wist ik zeker: ik zal niet rusten totdat ik zeker wist of dit slechts toeval was of dat deze kleine griezels bedacht hadden om in mijn huis te gaan overwinteren.
De eerste poging: Honderden euro’s aan spullen
Urenlang heb ik het internet afgespeurd, ik was full focus. Niet normaal hoeveel producten er wel niet zijn op het gebied van muizen. Er zijn lokdoosjes, ultrasone apparaten die zogenaamd muizen afschrikken, zakjes met een soort spul erin, waarvan de gebruiksaanwijzing beschreef dat muizen hier een hekel aan hadden, en nog veel meer wondermiddelen. Ik kocht alles wat ik kon vinden. Geen besparing, geen genade. Dit was oorlog. Ik ging vol goede moed aan de slag. Maar raad eens? De muizen gingen niet weg. Sterker nog, het leek wel of ze een loopje met me namen. Ze lachten me rechtstreeks in mijn gezicht uit wanneer ik nietsvermoedend de keuken in kwam lopen. Aangezien ik niet snel opgeef wanneer ik een doel heb waar ik wat aan heb, kwam het serieuze werk. Ik kocht kit, staalwol, klemmen waarmee ik bepaalde gaten mee kon dichten en ging aan de slag. Ik was er klaar mee. Met een heus kitpistool ging ik deze strijd aan. Dat deze kit wit was terwijl de voegen van onze stenen vloer grijs bleek te zijn interesseerde me niet. Elk gat wat ik maar kon vinden werd door mij (bijna) vakkundig gedicht. Helaas zonder resultaat. Ondanks mijn strijd lijken de muizen zich thuis te voelen. Ik blijf vallen zetten, blijf schoonmaken, blijf opruimen. Hoe hard ik ook mijn best doe, ze blijven me te slim af. Ik merk dat mijn hyperfocus aan het afnemen is. Mijn gedachten zijn alweer bij iets nieuws.....